vrijdag 30 mei 2014

Gisteren was het hoofdthema van de dag de Kieswet, vandaag gaat het over rassenscheiding. Na een korte wandeling langs de boord van de Alabamarivier bezochten we het Rosa Parks Museum. Spijtig genoeg mochten we hier geen foto's nemen tijdens de begeleide toer.


In het eerste gedeelte werden we in een tijdbus geplaatst, waar ze ons terug brachten naar het begin van de 19de eeuw. Dit om ons duidelijk maken dat hoewel de grondwet vermeldt dat iedereen gelijk is er toch een verschil werd toegestaan tussen blanken en kleurlingen. In het diepe zuiden werd het houden van kleurlingen als slaven als een recht beschouwd. Na de burgeroorlog werd dit principe wel afgeschaft, maar in het Zuiden bleef dit toch regel. Dit konden ze realiseren door een aantal wetten in te voeren die de rechten van de kleurlingen beperkten. Zo mochten zij niet naar dezelfde cinema's gaan, waren er gescheiden publieke drinkplaatsen, moesten de kleurlingen vanachter op de bus zitten, ... Ondanks verschillende rechtszaken besliste het Hooggerechtshof dat de federale overheid niet het recht had om deze discriminerende wetgeving te verbieden, zolang de Staten er voor zorgden dat iedereen van dezelfde faciliteiten kon genieten. Met andere woorden "Gescheiden maar gelijk".
Het tweede gedeelte liet ons de tijdsgeest van de jaren 50 ervaren en zaten we midden in de reconstructie van de opstand van Rosa Parks. Deze 42-jarige kleurlinge besloot op 1 december 1955 in een overvolle bus haar plaats niet af te staan toen de buschauffeur haar dit op vraag van een blanke opdroeg. De politie werd erbij gehaald en zij werd gearresteerd. Enkele dagen later werd ze in bijf minuten schuldig bevonden en veroordeeld tot het betalen van een boete. Alhoewel ze zeker niet de enigste was die tegen deze wetgeving in opstand kwam, was haar geval de druppel die de emmer liet overlopen. Een aantal verenigen, waaronder deze van Martin Luther King, riepen op tot het boycotten van de busfirma. Bij de onderhandelingen ging het in de eerste plaats niet om het afschaffen van de discreminatie, maar wel om een menselijkere behandeling, te weten het niet moeten afstaan van je zitplaats als je al zat in een overvolle bus. De burgemeester en de busfirma wilden echter niet toegeven; de 'wet is de wet' was hun argument en ze daagvaarden de kerkgemeenschappen die de boycot steunden. Gedurende dertien maanden verloor de busfirma hierdoor gemiddeld 3.000 dollar per dag. De kerkgemeenschappen konden voldoende geld inzamelen om in te staan voor een georganiseerd transport systeem met eigen wagens om iedereen naar hun werk te vervoeren. Dit leidde tot eigenaardige situaties; vele blanken hadden kleurlingen om hen in het huishouden te helpen (kinderoppas, kamermeisjes, keukenpersoneel, ...) en het waren dan de vrouwen die met hun eigen wagen hun huishoudhulpjes gingen ophalen en terugbrengen. De boycot eindigde pas toen het Hooggerechtshof naar aanleiding van de veroordeling van vijf andere personen die dezelfde wet hadden overtreden als Rosa Parks, besliste dat scheiding op een bus ongrondwettelijk was. Van toen af mochten kleurlingen op het gemeenschappelijk vervoer in Alabama zitten waar ze wilden en moesten ze hun plaats niet meer afstaan aan een blanke. Het principe "Gescheiden maar gelijk" was echter nog niet verdwenen: kleurlingen moesten nog altijd op de voor hen voorziene plaats wachten op deze stadsbus. Het zou nog 8 jaar duren tot discriminatie in openbare gelegenheden zou verboden worden.


Na ons lunchpakket bezochten we enkele plaatsen in Montgomery waar alles in 1955 had plaats gevonden: zoals de Dexter Avenue King Memorial Baptist Church en het Dexter Parsonage Museum. De onweerswolken stapelden zich ondertussen op boven het Alabama Capitol en tegen dat we aan het Dexter Parsonage Museum kwamen, werden alle registers opengetrokken. We waren juist op tijd binnen. Dit Museum was de verblijfplaats van de 26-jarige dominee Martin Luther King in de jaren 50. Hij woonde hier enkele jaren met zijn gezin. Het huis werd gerestaureerd zoals zij er toen woonden. Ook hier was het niet toegelaten om foto's te nemen. Het eigenaardigste wat wij te weten kwamen, was dat hij een kettingroker was.


Bekijk meer foto's op Picasa.


donderdag 29 mei 2014

We hebben het slecht weer van België meegenomen, met dat verschil dat het hier echt door regent. Het ziet er zelfs naar uit dat dit zo blijft tot zondag. Je gaat dan eens op vakantie naar de Deep South. Gelukkig is het warm en droogt het snel op.



Alabama is de bakermat van de strijd voor stemrecht voor de kleurlingen. Hiervoor rijden we naar Selma. Deze stad lag  in het voorjaar van 1965 aan de basis van de "Votings Right Act". Alhoewel de zwarte mannen al stemrecht hadden sinds het einde van de 19de eeuw, waren minder dan 2% van hen in Alabama geregistreerd als stemmer in 1963. Om geregistreerd te worden, moest je kunnen lezen en schrijven en een taks betalen van 1,5$ per jaar dat je ouder was dan 21 jaar.



Toen in 1963 een studentengroep de kleurlingen hielp met hen te registreren, bemoeilijkte in Selma Sheriff Jim Clark dit met alle mogelijke middelen, zelfs met geweld. De Sheriff werd hierbij gesteund door de lokale rechter en de gouverneur. De lokale bevolking kreeg steun vanuit het hele land en op 7 maart trokken ze in een optocht naar Montgomery. Ze waren nog maar juist over de Edmund Puttes Bridge toen ze werden gestopt door de Sheriff en de State Troopers. Een charge met de wapenstok, traangas en paarden resulteerde in een bloedbad. Met de hulp van President Johnson konden ze veertien dagen later de 80 km lange tocht toch afmarcheren. Vijf dagen later stonden ze met 25.000 aan de voordeur van de gouverneur. 5 maanden later tekende Johnson de Kieswet waarbij alle kleurlingen stemrecht kregen. 



In Selma bezochten we dan ook de  Edmund Puttes Bridge en het National Voting Rights Museum and Institute. In het National Park Service Center kregen wij van een vriendelijke parkwachter een uitgebreide uitleg van deze periode en bezochten we de Brown Chapel African Methodist Episcopal Church vanwaar de optochten vertrokken. De stad is zelfs nu nog een typisch voorbeeld van verwaarlozing; overal zien we kleurlingen rondhangen in vervallen en slecht onderhouden huizen. Ook het museum is gehuisvest in een verloederde buurt. Het enthousiasme en het vuur dat ze in 1965 in zich hadden om op te komen tegen de blanke onderdrukking is ver te zoeken. Zeker wanneer je hen vraagt hoeveel er van de jongeren effectief nog de moeite doen om zich te registreren om te stemmen.



Wat er wel leeft, is hun voorliefde om goed te eten. Vele Amerikanen die ik sprak bij mijn voorbereiding van deze reis verklaarden ons zot om af te zakken naar Alabama, maar waren het allemaal eens over het goede eten, lees BBQ, dat ze hier serveren. We gingen dan ook ons middageten nuttigen in een lokaal restaurant. De parking liet al vermoeden dat dit etablissement geen slechte keus zou zijn, het stond vol met grote pick-ups van bouwvakkers. De BBQ pork smolt in je mond. Zelfs Colette die meestal niet te spreken is over het Amerikaans eten moest toegeven dat we er goed aan gedaan hebben om hier te komen eten.



In de middag gingen we naar het Lowndes Interpretive Center. Ook dit wordt gerund door de National Park Service. Op deze plaats stond de 2de kampplaats waar ze konden overnachten. Het bijzondere aan deze plaats was echter dat na de protestmars hier een tentenkamp werd geplaatst voor diegene die door mee te stappen hun werk verloren en hier een onderkomen vonden. Het is niet omdat ze er in slaagden om de algemene kieswet voor kleurlingen er door te krijgen dat de blanken zich hierbij neerlegden. Het zou nog jaren duren vooraleer ze als gelijken zouden worden beschouwd hier in het Zuiden. Als je goed rondkijkt zie je dat ze zelfs nu niet helemaal als gelijken worden beschouwd.

Bekijk de foto's op Picasaweb

woensdag 28 mei 2014

Het is 03:00 's morgens als de wekker afgaat. Hiermee wordt het startschot gegeven van onze rondreis door The Deep South. Onze schoonzoon Bjorn is, zoals wij van hem hadden verwacht, mooi op tijd om ons te voeren naar Zaventem. 

Volgens de boarding pass moeten we ons begeven naar A49. Nog 40 minuten wachten en we kunnen instijgen. Het blijft echter rustig in deze wachtplaats. Te rustig, niemand zit rond ons. We hebben gedoucht voor we vertrokken, aan onze lijfgeur kan het dus niet liggen. Het scherm biedt soelaas: ze hebben de gate gewijzigd. Een uur later en een Milkakoekje rijker staan we in Frankfurt. Eerst gaan we een natje nuttigen; een halve liter Duits bier. 



Op het voorziene uur staan we aan de gate. Tot onze verbazing gaat deze vliegtuig naar Seatle i.p.v. Atlanta. Dan maar het grote bord consulteren. Lap het is weer van dat. Van Z50 moeten we naar Z19. Het zal er om spannen, want mijn eens zo jonge hinde is serieus benadeeld met haar knie en voet. 

Het lukt ons en wij nestelen ons voor een vlucht van 9 uren, een grote keus aan filmen, chicken piccata en een veggie pizza. 



De customs belooft niet veel goeds; een massa volk met 1,5 uur wachten als resultaat. Onze huurwagen is dit jaar een Chevrolet Cruze. Thuis rij ik met de dieselversie, deze is een automatic op benzine, maar je kan hem ook manueel bedienen. Twee en een half uur later staan we eindelijk in het hotel. Het heeft ons 22 uur gekost om in Alabama te geraken. Het avontuur kan beginnen.
Subscribe to RSS Feed Follow me on Twitter!